maandag 24 februari 2020

Verknocht aan elkaar



In de vakantie zijn we voor één weekje buren. Wanneer ik ’s ochtends in mijn pyjama voor het raam sta, zie ik ze vertrekken voor een wandelingetje in het bos. Allebei dragen ze een muts, allebei een warme sjaal, allebei dikke handschoenen. Ze lopen niet meer helemaal rechtop, maar stappen toch nog stevig door. Ze genieten van de zon, de buitenlucht en van elkaar. ’s Avonds bied ik ze met liefde een lift aan naar een restaurant; zelf rijden doen ze niet erg graag. Dicht naast elkaar op de achterbank keuvelen ze over wat ze zien buiten, plaatsen waar bekenden woonden, plekken waar ze op vakantie zijn geweest. Ze hebben zoveel herinneringen samen.
Twee keer komen ze bij ons eten die week. Dankbaar schuiven ze aan en wat smullen ze! Ik heb eenvoudig gekookt, maar ze prijzen me de hemel in voor de heerlijke maaltijd. Hij maakt een paar foto’s van ons, maar ook van haar, want hij kijkt nog altijd graag naar haar. Samen vertellen ze over vroeger, aan ons, maar ook nog eens aan elkaar. Voor de hoeveelste keer in al die jaren? Ze zijn ruim tachtig, zestig jaar een stel en zo blij met elkaar.
Wat ben ik dankbaar dat ik deze week hun buurvrouw mag zijn, dat ik ze ken en me welkom voel. Deze bijzondere, lieve mensen zijn mijn schoonouders. En als ik naar ze kijk, kan ik iets ontdekken van het geheim tussen Christus en de gemeente: ze zijn onlosmakelijk verbonden, ja echt verknocht aan elkaar.

Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en Zijn gemeente. Efeziërs 5:31,32

maandag 17 februari 2020

Als staken niet helpt


Soms lijkt het me heerlijk om leraar te zijn. Als je ontevreden bent, ga je staken en met een spandoek op het Malieveld staan. Als je ontevreden blíjft, ga je gewoon voor de carrièreswitch. Niemand kan je tenslotte dwingen levenslang op je vrije avond stapels correctiewerk te doen voor een hongerloontje. Verder heb je als leraar ook altijd een pasklaar antwoord op de vraag wat je doet in het dagelijks leven: je bent dus gewoon leraar.
Wanneer mij die vraag gesteld wordt, ga ik altijd een beetje stamelen. Tja, ik moeder wat, je weet wel: was, boodschappen, helpen met huiswerk enzo …  en eh… ik schrijf soms stukjes en eh… ik preek weleens en eh… ik doe wat vrijwilligerswerk en eh… 
Maar weet je dat ik nog een job heb die ik er meestal niet bij vermeld? Ik ben namelijk ook persoonlijk begeleider van iemand met een spierziekte. Een heel afwisselende, maar ook best intensieve baan. Zo regel ik bijna wekelijks zorgafspraken voor haar en ga vervolgens ook mee als taxichauffeur, gezelschapsdame en adviseur. Daarbij zorg ik tevens voor de nodige psychologische ondersteuning. Ik vul formulieren en vragenlijsten voor haar in, vraag hulpmiddelen aan, een invalide parkeerkaart, een rijbewijskeuring. Ook help ik haar met plannen van haar bezigheden, zorg dat ze elke middag rust neemt, haar grenzen bewaakt. Een hele verantwoordelijkheid allemaal en dat terwijl ik er helemaal niet voor gestudeerd heb. Misschien dat het daarom ook onbetaald is?
Het is trouwens niet alleen onbetaald, maar ook de arbeidsvoorwaarden zijn nogal belabberd: geen vakantiedagen, geen pensioenleeftijd, geen enkele mogelijkheid het contract te beëindigen, niet eens een fatsoenlijk kerstpakket.  En wat denk je? Geen vakbond die voor me opkomt! Staken is geen optie, een carrièreswitch onmogelijk en regelmatig kóst het me zelfs geld.
Desalniettemin zijn er ook meerdere pluspunten aan deze baan. Ik kom op plekken waar ik anders nooit zou komen, ik ontmoet interessante en aardige mensen, ik leer steeds weer nieuwe dingen en krijg de ultieme karaktertraining. En wie krijgt er tegenwoordig nog een vast contract? Ik ben tenminste van werk verzekerd. Verder is de patiënt gelukkig een erg leuk mens, meestal geniet ik er wel van met haar op te trekken.
Ooit komt er een dag dat het contract toch ontbonden wordt: dan krijg ik promotie en word ik bevorderd tot heerlijkheid. Geen slechte arbeidsvoorwaarden meer, maar alle gelegenheid optimaal te functioneren in ideale omstandigheden. Als ik leraar zou zijn, zou ik daar ook maar voor gaan, want totale tevredenheid bedissel je in Den Haag natuurlijk nooit en te nimmer.

maandag 10 februari 2020

De goede looks



‘Je draagt geen make-up en bent ook niet zo goed gekleed. Misschien dat het daaraan ligt?’
‘Zou dat mensen dan eerder op een afstand houden, denk je?’
‘Ja, misschien. En met je kruk val je natuurlijk juist wel op…’
Ze proberen hier thuis te achterhalen waarom mensen mij zo vaak aanspreken en dan onmiddellijk hun hele levensverhaal gaan vertellen. Dat gebeurt me inderdaad opvallend vaak op allerlei plekken, in de straat, in de supermarkt of in een wachtkamer. Vandaag was dat weer eens het geval.
In mijn rol als taxichauffeur streek ik vanmiddag met een boek neer aan de leestafel in het dorpshuis. Het is de moeite niet om naar huis te rijden voor dat half uurtje dat de zangles duurt, dus maak ik van de wachttijd maar een relaxmomentje. Er lopen veel mensen in en uit, maar tegenover me zit al een poosje een vrouw met een glaasje cola en de krant. Wanneer ik opkijk van mijn boek, kijkt ze naar me  en we glimlachen naar elkaar. Dan begint ze met haar nek en schouders te draaien en vertelt dat ze al een poos zo’n hoofdpijn heeft… waarschijnlijk door spanning…. Blijkbaar reageer ik meelevend, dus vervolgt ze haar verhaal. De zangles loopt wat uit, dus heb ik alle ruimte om te luisteren naar de diverse redenen van haar stress. Tjonge, het heeft haar ook niet mee gezeten de laatste jaren. ‘Ja, ik zag je kruk, dus ik dacht dat ik het aan jou wel kon vertellen.’ Een mooie opening om ook zelf iets te vertellen van mijn moeite en vooral wie God daarin voor me is. Als mijn tijd dan toch echt om is, raak ik haar even aan en wens haar Gods zegen. Ik ga weer, maar Hij blijft en laat haar niet los.
Tja, waarom vertellen mensen me zomaar hun verhaal? Die kruk lijkt dus inderdaad wel een rol te spelen. Eenmaal thuis herinner ik me ook ineens het gebed dat ik gister uitsprak: ‘Help ons de mensen die op ons pad komen recht te doen, mensen echt te zíen.’ Zou dit gesprekje van vandaag toeval zijn? En zou uiterlijk inderdaad ook een rol spelen? Daar heb ik nog nooit zo bewust over nagedacht eigenlijk. Wel of geen make-up? Het soort kleding dat ik draag? De kleur misschien dan ook? Maakt je kapsel dan ook nog uit? Er is vast iemand die daar onderzoek naar heeft gedaan. Ik moet me er maar eens in verdiepen. Ik vind het mooi een luisterend oor te kunnen bieden aan wie dat nodig heeft, dus als ik daar zelf nog aan kan bijdragen met de goede looks… Binnenkort bij de kapper moet ik maar het zekere voor het onzekere nemen en vragen om een extra toegankelijke coupe die zorgt voor een open uitstraling.  Ik ben benieuwd!


maandag 3 februari 2020

Wijze lessen van een hond


‘Die eten een pond vlees per dag, dat krijg ik zelf ook niet. Ook vind ik die poep zó strontvervelend. Dus nee, echt niet!’ Manlief had een stellige mening: een hond komt er bij ons niet in. Maar ook ik kan vasthoudend zijn. Ik wilde namelijk wel heel graag een hond. Zo gezellig voor mij, zo leuk voor de kinderen, zo goed voor de lichaamsbeweging van ons allemaal.  Tegen zoveel overtuigingskracht was hij niet opgewassen en een hond kwam er dus toch. Geen pup: teveel werk; geen grote: teveel in- en output; geen schoothondje: teveel  mutsigheid. Na uren surfen op het web, vond ik op Marktplaats de ideale hond: Chico, een vijfjarige Jack Russell die een nieuw baasje zocht. Hij bleek goed te passen in ons gezin: hij houdt wel van gezelligheid, niet van regen en is minstens zo eigenwijs als wij allevijf. En weet je wie er vaak krijgertje met hem speelt en met hondenkoekjes door de tuin rent? … Juist!
Niet alleen geniet ik erg van ‘t hondje in huis, maar ik heb ontdekt dat ik ook veel van hem leren kan.  Genieten van alledaagse dingen bijvoorbeeld. Als ik vraag of hij meegaat wandelen, springt hij zo enthousiast op alsof ik zeg dat hij de loterij heeft gewonnen. Soms weet hij van gekkigheid niet wat hij moet doen. En dat allemaal voor een ommetje hier in de buurt dat we al honderden keren hebben gelopen. Een bakje brokken en een kom vers water zijn ook elke dag weer heerlijk.
Wat hij verder heel goed kan is ontvangen.  En dat zonder zich af te vragen of hij het wel verdiend heeft of misschien iets terug zou moeten doen, gewoon dankbaar aannemen wat je aangeboden wordt. Zomaar een hondenkoekje? Heerlijk! Een extra wandeling? Joepie! Een uitgebreide massage? Vooral doorgaan! Dat hij net een uur lang irritant heeft lopen blaffen? Met zijn modderpoten tegen de lichte broek van een oud vrouwtje opsprong? De kip van de buurman heeft doodgebeten? Daar denkt hij geen moment aan.
Niet in alles is de hond zo’n goede leermeester trouwens. Delen bijvoorbeeld, dat doet hij echt niet. Zelfs niet als ik hem een heel pond vlees geef. Hij hoopt alleen altijd wel dat wij met hem delen. Ook is hij niet heel dienstbaar; vuile karweitjes laat hij graag een ander doen. Al leer ik daar dan weer wat nederigheid van als ik moet bukken met een zakje. En volgens de buurman op de hoek ben ik zo een lichtend voorbeeld voor vele hondenbezitters in de buurt. Kijk eens aan, zo blijkt zelfs die vieze hondendrol nog enige waarde te hebben!