maandag 30 december 2019

Zinvolle zondag

Zinvolle zondag

Zondag gebeurde wat echt zelden gebeurt: ik had helemaal geen zin om naar de kerk te gaan. Ik was moe zaterdag na het zoveelste kerstdiner en had de hele week al mensen om me heen. De oudste, die zelf zondags liever naar dominee Beddenlaken gaat, vroeg met een grijns of ik al zin had in de dienst van morgen. ‘Die komt vast nog wel,’antwoordde ik hoopvol. Maar nee, ook na een nachtje slapen, was die zin nog niet gearriveerd. Zo zit ik dus deze laatste zondag van het jaar op de eerste rij in de kerk, terwijl ik misschien wel liever in bed was blijven liggen.
Wanneer de dienst begint, denk ik terug aan de eerste zondag van 2019 en het Bijbelgedeelte uit Numeri 9, waar God toen zo duidelijk door sprak. Zoals de Israëlieten alleen moesten optrekken, als de wolk van God optrok, zo moest ik zelf geen plannen maken voor het nieuwe jaar, maar alleen in actie komen, als Hij het aangaf. Een uitdaging om het jaar zo open tegemoet te treden. Het jaar werd verrassend, maar ook flink pittig. Er was angst en verdriet, maar er viel gelukkig ook veel te genieten.
Ondertussen ben ik ook mee gaan zingen. Eerst alleen met mijn mond, maar dan opeens krijg ik zin, zin om te zingen, zin om Hem te prijzen voor het jaar dat was, voor wie Hij daarin voor me was. Mijn vermoeide lijf staat op, mijn armen gaan de lucht in en ik jubel uit volle borst mee. Aan het einde van de dienst kan ik me bijna niet meer voorstellen dat ik vanochtend geen zin had om te gaan. Zo is een zondag zonder zin, zeker geen zinloze zondag geworden en blijkt maar weer dat het er niet om gaat of ík zin heb, maar dat het gaat om Hem die mijn leven zin geeft.
Als een liefdeslied is hier 2019,
Een melodie van vreugde en pijn,
En ik bid U, Heer, dat ook 2020
Een symfonie voor U mag zijn.
(naar Opwekking 753)

maandag 23 december 2019

Een bijzonder kerststukje


Een bijzonder kerststukje

Een kerstboom kopen schijnt veel relatiestress te kunnen veroorzaken. Ik las het in de krant mét tips van een echte therapeut erbij. Wat al nieuws is tegenwoordig. Maken mensen zich echt druk om zoiets onbenulligs als een kerstboom? Door naar het echte nieuws, al zijn die eindeloze artikelen over de Brexit en het klimaatakkoord nou ook niet zo bijster interessant meer. Gelukkig is het bijna kerst, dan lijkt het overal even vrede op aarde.
Hier thuis hebben wij samen overlegd: we nemen een kleine kerstboom dit jaar. Dochterlief is het er alleen niet mee eens. Haar vader krijgt ze al gauw mee in haar fel verdedigde standpunt. ‘Ach, iets groter kan toch ook wel?’ Uiteindelijk stem ik dan ook maar in. We hebben nog even gemeten: niet groter dan papa lang is. Goedgemutst gaan ze samen op stap. Wat denk je? Komen ze even later thuis met een enorme boom die niet eens rechtop in de woonkamer kan staan! De krant van een paar dagen geleden had ik helaas al bij het oud papier gedaan. Wat nu? Gelukkig ben ik een behoorlijk flexibel mens, dus ik slik een keer flink  en lach er dan maar hard om. Hij knipt een stuk van de top, ik maak wat ruimte in de kamer, zij haalt een lading versiering tevoorschijn. Voila, een prachtige boom!
Nu werd ik niet volledig vergeten hoor, toen ze bij het tuincentrum waren. Mijn lieve man bedacht voor mij een kerststukje mee te nemen. Leuk, daar houd ik wel van, meestal tenminste…. Deze vind ik eigenlijk niet zo heel erg mooi. Het is een wat sober en saai exemplaar met bruinige kaarsen in een witte plastic bak zonder enige blingbling. Natuurlijk heb ik hem dankbaar aangenomen, het is tenslotte een heel lief gebaar. Daarna heb ik nog wel even overwogen of ik hem wat zou opleuken om het geheel iets meer glitter en glamour te geven, maar daar heb ik toch maar van afgezien. Ik bedacht me dat dit kerststukje juist precies de kerstboodschap vertolkt: een Geschenk dat kwam in eenvoud en soberheid, maar dat is gegeven vanuit de allergrootste liefde. Wat een mazzel dat ik daar in deze dagen steeds zichtbaar aan herinnerd wordt!

maandag 16 december 2019

Zin of geen zin, that's the question


Zin of geen zin, that’s the question

Het volgende (helaas) herkenbare berichtje las ik op 10-12-2019 in Trouw:

De lerarenbond vergeet dat scholieren betekenis nodig hebben ….Als voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren spreek ik veel middelbare scholieren over hun zorgen. De conclusie uit het onderzoek van Qompas vorige week, dat lessen steeds saaier en oninteressanter worden bevonden, is voor mij geen verrassing. Te vaak krijg ik te horen dat de betekenis van het onderwijs is verwaterd. Leren voor een toets wordt alleen gedaan voor het cijfer, lessen worden gevolgd in plaats van ervaren en school wordt gezien als een verplichting. De Oeso stelt zelfs dat wereldwijd Nederlandse schollieren het minst gemotiveerd zijn. Het vergroten van betekenis zou topprioriteit moeten zijn.…. (door Pieter Lossie)

‘Waarom moeten we dit leren? Wat is het nut hiervan?’ De vraag naar betekenis van het onderwijs is natuurlijk niet van vandaag. Toen ik zo’n 20 jaar geleden voor de klas stond, werd dit soort vragen mij dikwijls voor de voeten geslingerd. Door intelligente gymnasiumleerlingen welteverstaan, die toch worden geacht leergierig te zijn en zeker geïnteresseerd in Grieks en Latijn, want waarom zou je anders het gymnasium volgen? Ongeïnteresseerde leerlingen motiveren daar was ik niet zo goed in. Zelf genoot ik van de klassieke talen op de middelbare, de lerares was leuk, de inhoud afwisselend en de lessen gezellig met ons kleine clubje. De studie was ook gezellig, maar inhoudelijk vond ik het wat stoffig, echte passie voor het vak heb ik nooit gekregen. Die kon ik dus ook niet overdragen aan mijn leerlingen. Ik besloot mijn energie er niet langer in te steken en stichtte een gezin.
En nu heb ik er één thuis, zo’n ongeïnteresseerde leerling. ‘De overheid verpest mijn jeugd met die leerplicht!’roept hij regelmatig. ‘Zo jammer dat die Shakespeare geboren is en zonodig literatuur moest gaan schrijven. Had die man niks beters te doen?’ Hij wil ICT-er worden, is al veel bezig met programmeren, kan inventieve oplossingen bedenken voor complexe vraagstukken en weet de informatie die hij nodig heeft online bij elkaar te sprokkelen. Vind je het gek dat hij moeilijk te motiveren is om Engelse literatuurgeschiedenis te leren? Of zich te verdiepen in natuurkunde waar hij toch niets mee wil?
‘De vakken zijn dan misschien niet leuk, maar die voldoendes straks wel. Denk daar dan vast aan.’ ‘Onderwijs is een voorrecht. Zonder dat kon je niet de hele dag computeren, maar zocht je bierdopjes op een vuilnisbelt.’ ‘Besteed je tijd die je toch op school moet zitten dan in elk geval nuttig.’ Ik blijf het proberen, linksom, rechtsom, begripvol, met enige druk… Bij je eigen kinderen is opgeven geen optie.
School belde. De cijfers en de werkhouding zijn ondermaats of we kunnen komen praten? Tja, dan vraag ik me af, waar ligt eigenlijk het probleem? De leerling die niet werkt? De school die het niet is gelukt het onderwijs betekenis te geven? Of ligt het aan de ouders die te soft zijn geweest voor hun prinsje? Het onderwijssysteem veranderen we niet in een paar maanden. Die opvoeding trekken we niet zomaar weer recht. De bal ligt dus echt bij de leerling: kom op, aan het werk, zorg dat je je diploma haalt! Want hoe we het ook wenden of keren: het is wel een papiertje met betekenis.

maandag 9 december 2019

Hoe attent!


Hoe attent!

Je hebt van die mensen die superattent zijn. Je weet wel: een soepje voor een zieke, een felicitatie bij alle feestelijkheden, een bloemetje als bedankje. Noem het maar op, ze doen het allemaal voor iedereen in hun wijde omgeving. Dan heb je ook van die mensen die helemaal niet zo attent zijn. Dat is geen onwil denk ik. Het komt gewoon niet in hun hoofd op en het ontgaat hun volledig. Daar voelen ze zich dan ook niet schuldig over ofzo. En dan heb je nog de mensen zoals ik. (Ik vermoed namelijk dat ik niet de enige ben.) Ik ben heel attent…. in mijn hoofd tenminste. Alleen ergens in het proces van idee naar uitvoering gaat het vaak mis.
Neem nou zo’n soepje. Het klinkt vrij eenvoudig. Ik hoor dat iemand ziek is en bedenk dat ze dan wel een opkikkertje kan gebruiken. Ik weet alleen niet zeker of ze daar wel op zit te wachten. Misschien komen er al 10 mensen wat brengen, misschien lust ze wel helemaal geen soep. Ik zou kunnen bellen om het te vragen natuurlijk, maar op welk tijdstip bel je een zieke nu het best? En als ik dan bel, moet ik wel weten wanneer ik tijd heb om het te brengen en dus ook wanneer ik het eigenlijk ga klaarmaken. Wat voor soep maak ik dan en wanneer koop ik de ingrediënten? Zelf eten we altijd soep uit blik, ook lekker. Maar ze is toch niet zo ziek dat ze geen blik soep kan openmaken? Laat maar met die soep! Ik kan misschien beter gewoon een kaartje sturen. Dat is ook attent.
Wanneer ik dan kijk in mijn voorraadje kaarten, blijkt ook dat nog niet eenvoudig. Proficiat met een plaatje van een pul bier? Een bruinige kerstkaart met een Russische Bijbeltekst? Een gratis Leger-des-Heils-kaartje? Hmm, ik moet dus eerst naar de winkel voor een geschikt exemplaar. Wanneer de zieke drie weken later nog niet beter is, klim ik eindelijk in de pen. Als er ook een postzegel in huis is en ik eraan denk het kaartje te posten, krijgt ze dan toch echt een kaartje. Het voordeel van deze vertraging is dat het voor de ontvanger een heuse  verrassing is. Mijn kaart valt veel meer op dan als hij tegelijk was gekomen met de 23 kaarten van de superattente mensen. Ik word dan ook uitgebreid geprezen: ‘Wat attent!’
Bij verjaarskaarten ligt het wat ingewikkelder. In mijn hoofd komen ze precies op tijd met een originele gelukswens waar ik de woorden al van uitgedacht heb. Ik vergeet verjaardagen meestal echt niet, maar de gedachte wordt niet op tijd omgezet in actie en dan laat ik het maar waaien. Na de zoveelste kaartloze verjaardag zei mijn schoonzus eens heel aardig: ‘Geeft niks, jij bent goed in andere dingen.’ Dat is misschien wel waar, maar toch….
Ik overweeg een persoonlijk assistent in dienst te nemen voor de uitvoering van al mijn goede ideeën. Of zal ik een gerenommeerde cursus gaan volgen? ‘Superattent worden in drie eenvoudige stappen.’ En verder, beste lezer, worden attente tips zeer gewaardeerd. Het mag vandaag, maar over drie weken is het ook een erg leuke verrassing!

p.s. Vriendelijkheid is volgens Galaten 5:22 een vrucht van de Geest. Als ik vol van Hem ben, gaat het dus vanzelf verder groeien in mij. Ik ben benieuwd op welke creatieve manieren ik die vriendelijkheid nog meer ga uiten in de loop der tijd. Wie weet kan ik zelf wel een cursus gaan geven?

maandag 2 december 2019

Zijn wij rijk of niet?


Ha lieve kids,
Wanneer wij met z’n vijven een gesprek proberen te voeren is het heerlijk chaotisch en vliegen de bijdehante opmerkingen over de tafel, maar is er soms maar weinig tijd om even rustig te denken en te luisteren. Daarom leek het me leuk om jullie eens een brief te schrijven. Door wat we horen en zien op onze schermpjes of om ons heen worden we nogal eens uitgedaagd om na te denken over arm en rijk. Wat zou je doen met een miljoen? Hoe is het om steenrijk te zijn? Straatarm, wanneer noem je iemand zo? Zijn Nederlanders niet eigenlijk allemaal  rijk? En hoe zit het met ons? Onze antwoorden wisselen wat met de stemmingen mee, maar ergens beseffen we denk ik allemaal dat we bofkonten zijn. We hebben een vermogen op de bank. Ook al is hij wat versleten en ruziën we soms om een plekje, als we daar ’s avonds met elkaar zitten onder een dekentje met wat lekkers, zijn we rijk, toch?
We zijn vooral rijk met elkaar, maar natuurlijk speelt geld ook een rol. Mijn kijk op mijn eigen rijkdom veranderde voorgoed toen ik in Ghana was. Ik had foto’s gezien, verhalen gehoord, maar nu gingen we dan toch echt. Papa werkte parttime, ik studeerde nog, we konden de reis net betalen. Dus rijk? Ik ? Zo zag ik mezelf niet helemaal. Tot ik daar uit het vliegtuig stapte. De markt was onze eerste bestemming. Wat was het een prachtig gezicht: bergen met tomaten, mango’s en meloenen, kleurige stoffen met vrolijke prints, olifanten, tijgers, giraffen kunstig uit hout gesneden. Maar wat was het contrast ook groot tussen die veelkleurige pracht en de open riolen, smoezelige kinderen en paden vol gaten. Het overweldigde me, maar kans om alle indrukken tot me door te laten dringen kreeg ik niet. Van alle kanten drongen verkopers en bedelaars zich aan ons op. ‘I am your friend.’ Zij zagen geen student in een gekregen rolstoel met een shirtje uit de uitverkoop. Nee, ik was blank en dus rijk. Toen ik weer thuis kwam in ons keurige huis met stroom, water en een gevulde voorraadkast, kon ik dat eigenlijk ook niet meer helemaal ontkennen.
Dus ja, zijn wij rijk? Het is maar hoe je het definieert en aan wie je het vraagt. In elk geval voel ik me genoeg gezegend met geld en geluk om rijkelijk te kunnen uitdelen. En jullie? Vinden jullie jezelf rijk? Ik ben benieuwd naar jullie antwoorden!
Liefs van jullie mams