woensdag 30 december 2015

Zin in een knalfeest

Zin in een knalfeest

Toen de decembermaand in zicht kwam had ik zo erg geen zin in al die komende feesten: de Sint, een bruiloft, een paar verjaardagen(waarvan één met bijbehorend kinderfeestje), kerst, oud en nieuw. Zucht, ik had het al zo druk en dan al die extra dingen: cadeaus en surprises, feestkleding en sketches, taarten en slingers, kerstboom en kerstdiners, oliebollen en vuurwerk. Verder hoor je dan ook nog over veel ellende in de wereld ver weg en dichtbij. Zullen we die feestmaand niet gewoon overslaan met z’n allen, kom op! Maar ja, de wereld draait nu eenmaal niet om mij. Al moet ik bekennen dat als ik bovenstaande woorden lees, ik misschien nog wel bevrijd moet worden van een zekere ik-gerichtheid… Alle feesten gingen gewoon door en nu zijn ze bijna allemaal achter de rug. Praktisch gezien heb ik het zowaar allemaal kunnen fixen. Al was het soms stressen om op één dag kinderen met surprises op school af te leveren en met z’n allen piekfijn op tijd op een bruiloft te verschijnen. En vijf minuten voor we de kerstboom binnenhaalden, propte ik gauw de slingers terug in de la. Maar ondanks mijn  eigen tegenzin waren het toch eigenlijk allemaal superfeestjes! Ik ben de tel kwijtgeraakt bij het tellen van de zegeningen. En na de kerst waarbij we de bijzondere komst van Gods Zoon naar de aarde mochten gedenken, op het moment dat je zou denken dat ik mijn buik wel vol zou hebben van al dat feesten, kreeg ik ineens zin in nog een feest, een knallend eindfeest als slot van deze decembermaand. Nee, niet Oud en Nieuw(dat vind ik persoonlijk ook niet zo’n geweldig feest: al die herrie en dan die verplichte wenselarij), nee, wat zou het geweldig zijn als als feest der feesten, als klap op de vuurpijl, als grandioos slot van 2015, Jezus als koning terug zou komen naar de aarde. Het trompetgeschal van engelen klinkt ongetwijfeld beter dan vuurwerk. Bij het licht van Gods Zoon valt onze kerstverlichting in het niet. Het hemelse bruiloftsmaal smaakt vast nog beter dan de heerlijkste oliebol. Naast deze verheven zaken kan ik ook nog vele goede redenen bedenken waarom het fijn zou zijn als Hij nog in 2015 komt: ik hoef me niet zo’n zorgen te maken om kids met vuurwerk; ik hoef al die kerstspullen niet meer op te ruimen; en nog een heel belangrijke: ik hoef me niet meer druk te maken over de kerstkilo’s! Krijgen jullie ook al zin in dat feest?

zondag 13 december 2015

Waarheid?

Waarheid?

Ik houd van uitdrukkingen en gezegden en gebruik ze graag. Vaak zit er een diepe waarheid in. Neem nou het afgezaagde ‘Oost west, thuis best’. Handig om mee te schermen als de kinderen vragen om een verre vliegvakantie, maar wij geen geld hebben…. Of ‘de appel valt niet ver van de boom’, als je man een lastige eigenschap bij een van de kinderen ontdekt…. Maar nu heb ik een uitdrukking waarvan ik weiger te geloven dat ‘ie waar is. Lang geleden zag ik een aflevering van het opvoedprogramma ‘Schatjes’ waar een moeder deze uitdrukking zo serieus nam dat ze leed onder ernstige gevoelens van afwijzing en minderwaardigheid. De uitdrukking die ik bedoel is: kinderen en dronkaards spreken altijd de waarheid. Dronkaards kom ik in het dagelijks leven weinig tegen (en gelukkig maar. Of zou ik vaker moeten gaan evangeliseren in de kroeg?) Kinderen daarentegen ontmoet ik iedere dag. ’s Ochtends om 6.30 uur ontmoet ik vaak de eerste al, ’s avonds om 21.15 uur eindigt de ontmoeting met de laatste. Het zoontje van die moeder op tv riep dat zij de stomste moeder van de wereld was en dat hij wel wilde dat ze dood was. Zulke dingen roepen mijn kids soms ook, maar aangezien op die zelfde dag er vaak ook een grote hoeveelheid knuffels tegenover staan, weet ik dat ze het niet echt menen en haal ik mijn schouders maar op. Soms kunnen hun opmerkingen echter ook zere plekken raken. Bijvoorbeeld: ‘Mam, wat heb jij enorm dikke, lelijke bovenbenen, daar moet je echt wat aan doen!’ Ik ren al bijna naar de computer om te googlen op liposuctie tot mijn man hiervan hoort en me verzekert dat hij me mooi vindt en dat die bovenbenen juist zo heerlijk zacht zijn. Opgelucht concludeer ik dus maar: kinderen spreken niet altijd de waarheid. Daarom vind ik een ander spreekwoord toepasselijker voor uitspraken van kinderen: wie de schoen past, trekke hem aan. ‘Mam, jij kunt me altijd zo goed troosten.’ Die trek ik aan. ‘Mam, wil jij gaan werken? Jij kunt toch alleen de wasmachine aanzetten?’ Die past me niet, weg ermee!